Bericht

Van de Watergraafsmeer naar de NBA, rugnummer 14 als eerbetoon aan Cruijff

Geplaatst op 9 maart 2023, 23:56 uur
Illustration

 

Bron: Volkskrant  Door Koen van der Velden,Fotografie Ariana Shchuka


 Voor de Amsterdamse basketballer Jesse Edwards (22) breken spannende weken aan. Na vier jaar Amerikaans collegebasketbal is de vraag: haalt hij de NBA? 


‘Dit is nog maar het begin’
Jesse Edwards (22) vliegt naar de ring, dunkt verwoestend, schreeuwt het uit en gooit zijn armen als molenwieken de lucht in. De basketballer uit de Amsterdamse Watergraafsmeer, 2.11 meter lang, speelt de wedstrijd van zijn leven: 27 punten, twintig rebounds en een handvol hoogtepunten. Eigenhandig veegt hij de parketvloer aan met de bezoekers van Wake Forest.
 
 
Jesse Edwards (met nummer 14) in actie voor Syracuse
Zijn timing mag er wezen. Het is zijn laatste thuiswedstrijd voor de universiteit van Syracuse. In de kolossale JWA Wireless Dome schreeuwen 24.000 toeschouwers hem toe.

Voorafgaand aan de wedstrijd wordt de Amsterdammer met een speciale ceremonie in het zonnetje gezet. Zijn familie is voor de gelegenheid overgevlogen. Samen met zijn ouders, broer en vriendin loopt Edwards onder begeleiding van plechtige muziek het veld op. De basketballer krijgt een ingelijst shirt overhandigd. Veertien is het rugnummer. Edwards groeide op in de oude buurt van Johan Cruijff. Het nummer is een eerbetoon.
 
In Syracuse, een stad in het noorden van de staat New York, begon Edwards vier jaar geleden aan een ongewis basketbalavontuur. In de loop der jaren ontgroeide hij een reserverol, kreeg hij meer minuten en vertrouwen van zijn befaamde coach Jim Boeheim.

In het Amerikaanse universiteitsbasketbal is hij dit seizoen een van de betere spelers op zijn positie, die van center. Werk voor lange mannen. Dit seizoen noteerde hij gemiddeld dubbele cijfers in punten en rebounds. Ook het blokkeren van schoten is een specialiteit. Edwards is klaar voor een profbestaan. De Amsterdammer reikt naar het hoogste, de Amerikaanse NBA. Komende maanden moet het gebeuren.
 
Op de zondagochtend na de wedstrijd tegen Wake Forest wandelt Edwards met zijn Nederlandse vriendin Quirine, hockeyster voor Syracuse, over de besneeuwde campus. ‘Dit is mijn tweede thuis geworden’, zegt hij. ‘Ik zal het best gaan missen.’ Aan de universiteit studeert hij biotechnologie. Gepassioneerd spreekt hij over dna en genen.

Als basketballer is hij een bekende verschijning op de campus. ‘Goede wedstrijd!’, wordt hem meermaals nageroepen. Van een afstandje maken studenten zonder dat hij het merkt een foto van hem. Een vrouw van middelbare leeftijd houdt de basketballer staande: ‘Ik ben je grootste fan.’ Ze vraagt of hij met haar op de foto wil. Haar dochter maakt het kiekje.

Edwards is inmiddels gewend aan de aandacht. Als hij ‘zijn’ stadion binnenloopt voor een vlugge blik op een lacrossewedstrijd van de Syracuse Orange, komt mascotte Otto, een wandelende, glimlachende sinaasappel, hem begroeten.‘What’s up, Otto’, zegt Edwards. Wie in het pak zit weet hij niet.
 
In Syracuse is de Nederlander tot wasdom gekomen, als mens en sporter. Interviews gaan hem makkelijker af dan in zijn eerste jaren, zegt hij. In de kleedkamer wordt hij na de wedstrijd tegen Wake Forest omringd door een flinke groep journalisten.

Ook fysiek is hij veranderd. ‘Ik zag een oud interview van mezelf’, zegt hij. ‘Ik was toen nog wel een stuk ieliger.’ Toch kan hij naar eigen zeggen nog wat extra spiermassa gebruiken.
 
Edwards geniet van zijn Amerikaanse basketbaldroom. Hij verwonderde zich soms over de wereld waarin hij zich begeeft. Zijn team vliegt naar uitwedstrijden in een privévliegtuig. Zijn coach verdient miljoenen. Het stadion en het gigantische, hypermoderne trainingscomplex doen niet onder voor faciliteiten uit de Amerikaanse topsport.

Op de campus deelt Edwards een appartement met ploeggenoten. Aan de muur boven zijn bed hangt de vlag van Amsterdam. In de hoofdstad groeide hij op met zijn Britse vader David, zijn Nederlandse moeder Simone en oudere broers Kai en Rens.
 
Vlnr Jesse, Rens, moeder Simone, vader David, helemaal rechts broer Kai, rechtsonder staan vrienden. Foto: Privébeeld
Jesse haalde zijn vwo-diploma aan Het Amsterdams Lyceum. Als kind maakte hij muziek. Het is nog steeds een hobby. Hij speelde ook tennis, voetbal en zat bij atletiekvereniging AV’23. Basketbal ontdekte hij door zijn broers. Eerst op pleintjes, daarna bij Apollo. Edwards bezocht zijn broer Kai, inmiddels prof in de tweede Spaanse divisie, toen die basketbalde aan de universiteit van Northern Colorado. Het leek hem ook wel wat. Via de beroemde IMG Academy in Florida belandde het basketbaltalent bij Syracuse.
 
Jesse in zijn tijd bij de IMG Academy. Foto: Privébeeld
Zijn moeder Simone ziet nog voor zich hoe hij tijdens de rekrutering voor het eerst de campus opwandelde. ‘Hij is hier een grote jongen geworden’, zegt ze na de ceremonie. Zijn karakter veranderde niet in de VS. Familie en vrienden beschrijven hem als een lieve, vrolijke jongen. De glimlach kleeft aan zijn gelaat.

Op het veld mag hij nog agressiever worden, zeggen mensen uit zijn omgeving. De wedstrijd tegen Wake Forest is een goed begin. Edwards graait enkele rebounds weg uit de armen van zijn tegenstanders die hij voorheen wellicht was kwijtgeraakt. ‘Hij was vanavond een monster’, complimenteert coach Boeheim. ‘Beter kan eigenlijk niet.’
 
Voor Edwards, die afgelopen zomer het EK speelde met het Nederlands team, worden het spannende maanden. Een plaats in de NBA is voor hem allesbehalve gegarandeerd, maar met zijn lengte en specifieke kwaliteiten hoopt hij een ingang te kunnen vinden. Het traject begint met het vinden van een zaakwaarnemer, daarna moet hij in trainingskampen laten zien wat hij kan. ‘Hij heeft de afgelopen jaren grote sprongen gemaakt, maar kan nog veel meer’, zegt Boeheim. ‘Dit is nog maar het begin.’
 

Deel dit: